aanhalerig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhalerig (hulp, bestand)
- IPA: / anˈhalərəx / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ha·le·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanhalerig | aanhaleriger | aanhalerigst |
verbogen | aanhalerige | aanhalerigere | aanhalerigste |
partitief | aanhalerigs | aanhalerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanhalerig
- te aanhalig
Gangbaarheid
- Het woord aanhalerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanhalerig" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be