• aan·ge·gaan
vervoeging van: aangaan…
verbogen vorm: aangegaane

aangegaan

  1. voltooid deelwoord van aangaan
stellend
onverbogen aangegaan
verbogen aangegane
partitief aangegaans
  1. van iets dat je er bij betrokken bent geraakt, dat je iets beloofd hebt
    • Wij moesten de aangegane verplichtingen nakomen.