aangebroken
- Geluid: aangebroken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌbrokə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·ge·bro·ken
- vervoeging van aanbreken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gebroken ww
vervoeging van: | aanbreken… |
verbogen vorm: | aangebrokene |
aangebroken
- voltooid deelwoord van aanbreken
- ▸ Voor Weppner is die toekomst al aangebroken. Hij kijkt naar de puinhopen in de straten en zegt: "Het gaat hier om de slachtoffers, dat is de echte tragedie. Die gaan hierdoor failliet of worden hun huis uitgezet. Het is een drama. "[1]
- Het woord aangebroken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Ryan Hermelijn“Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS