aandelenoptieregeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·de·len·op·tie·re·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandelenoptieregeling aandelenoptieregelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aandelenoptieregelingv

  1. regeling waarbij een werknemer het recht heeft om voor een bepaald bedrag een aandeel te kopen
     In Nederland worden eigen aandelen doorgaans ingekocht in verband met toezeggingen inzake aandelenoptieregelingen voor personeel.[1]
     Volgens het CBS is de belangstelling voor de winstdeling en aandelenoptieregeling relatief gering.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bedrijfssparen iets populairder” (18 april 2003), de Volkskrant