aalmoeder
- aal·moe·der
- samenstelling van aal zn en moeder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalmoeder | aalmoeders |
verkleinwoord |
de aalmoeder v
- (straalvinnigen) bepaald soort vis die inheems is in Europa, Lota lota
- Het woord 'aalmoeder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.