• aa·dar·re
  • Afkomstig van het Duitse werkwoord andörren
  • Afleiding van het Pennsylvania-Duitse werkwoord darre met het voorvoegsel aa-
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie aadarre/vervoeging
onbepaalde
wijs
aadarre
verleden
tijd
(er, sie, es) hot aagedarrt
voltooid
deelwoord
aagdarrt
enkelvoud meervoud
1e persoon ich darr aa mir / mer darre aa
2e persoon du darrscht aa dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
darrt aa
darre aa
darre aa
darrt aa
darre aa
darre aa
3e persoon er darrt aa sie darre aa
sie darrt aa
es darrt aa

aadarre

  1. overgankelijk door snel aandrogen van een product een deel vocht uit het product verwijderen om het houdbarer te maken