Zuid-Molukse pitta

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Zuid-Mo·luk·se pit·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zuid-Molukse pitta Zuid-Molukse pitta's
verkleinwoord Zuid-Moluks pittaatje Zuid-Molukse pittaatjes

Zelfstandig naamwoord

de Zuid-Molukse pittav / m

  1. (zangvogels) Erythropitta rubrinucha   een vogelsoort uit de familie van pitta's (Pittidae). Deze pitta wordt ook wel als een ondersoort van de Filipijnse pitta of roodbuikpitta (Erythropitta erythrogaster sensu lato) opgevat. Deze pitta heeft blauwgrijs gekleurde wangen en een zwarte kruin en op de achterhals een rode vlek. Verder verschilt de vogel weinig van de Filipijnse pitta. Het is een endemische vogelsoort van Zuid-Molukken   (Indonesië)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie