WC

  1. toilet, wc; een plaats waar men kan urineren en zich kan ontlasten, meestal een kleine gesloten ruimte met een toiletpot


  • IPA: /veːtseː/
  • WC

WC o

  1. toilet, wc; een plaats waar men kan urineren en zich kan ontlasten, meestal een kleine gesloten ruimte met een toiletpot
    «Wann ging er auf das WC
    Wanneer ging hij naar de wc?


WC

  1. wc, toilet


  • WC

WC

  1. wc, toilet


WC

  1. toilet, wc; een plaats waar men kan urineren en zich kan ontlasten, meestal een kleine gesloten ruimte met een toiletpot


WC o

  1. toilet, wc; een plaats waar men kan urineren en zich kan ontlasten, meestal een kleine gesloten ruimte met een toiletpot


WC o

  1. toilet, wc; een plaats waar men kan urineren en zich kan ontlasten, meestal een kleine gesloten ruimte met een toiletpot


  • WC

WC o

  1. toilet, wc; een plaats waar men kan urineren en zich kan ontlasten, meestal een kleine gesloten ruimte met een toiletpot