Umkleidekabine

Duits

Uitspraak

• IPA: /ˌʊmklaɪ̯dəkaˈbiːnə/

Woordafbreking

• Um·klei·de·ka·bi·ne

Woordherkomst en -opbouw

• Komt uit het stamwoord van umkleiden en Kabine.

Zelfstandig naamwoord

Umkleidekabine v

1. kleedhokje

   «In diesem Geschäft gibt es Umkleidekabinen.»

   In deze winkel zijn er kleedhokjes.

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	die Umkleidekabine	die Umkleidekabinen
genitief	der Umkleidekabine	der Umkleidekabinen
datief	der Umkleidekabine	den Umkleidekabinen
accusatief	die Umkleidekabine	die Umkleidekabinen

Synoniemen

• [1] Umkleideraum, (spreektaal) Umkleide

Verwante begrippen

• [1] Ankleidekabine, Ankleideraum

Hyperoniemen

• [1] Kabine