• Treib·eis
  • Samenstelling van de stam van het Duitse werkwoord treiben en het Duitse zelfstandige naamwoord Eis
enkelvoud meervoud
nominatief das Treibeis -
genitief des Treibeises -
datief dem Treibeis -
accusatief das Treibeis -

Treibeis, o

  1. (scheepvaart) drijfijs
    «Meistens leben Walrosse auf dem Treibeis der Arktis.»
    Meestal leven walrussen op drijfijs in het noordpoolgebied.