Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·ge·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van geleider met het voorvoegsel super-, om aan te geven dat het om een toestand gaat boven die van normale stroomgeleiding
enkelvoud meervoud
naamwoord supergeleider supergeleiders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de supergeleiderm

  1. (natuurkunde) stof die supergeleiding vertoont en dus een ohmse weerstand van nul heeft
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie