Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Rus·so-Noors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Russo-Noors -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Russo-Noorso

  1. (taal) een pidgintaal die wordt gesproken in Spitsbergen
    • Ik vind het Russo-Noors een mooie taal. 
Vertalingen

Gangbaarheid