Rijksveldwacht
- Geluid: Rijksveldwacht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛiksfɛltwɑxt / (3 lettergrepen)
- Rijks·veld·wacht
- samenstelling van Rijk en en veldwacht zn met het invoegsel -s- , benaming van een handhavingsdienst die in Nederland in 1856 ingevoerd werd [1] [2]
Rijksveldwacht v
- (geschiedenis) (Nederland) specifieke dienst van gerechtsdienaren en opzieners van jacht en visserij, voorloper en later onderdeel van de rijkspolitie
- ▸ ⧖ Art. 3. De Rijks-veldwacht bestaat in het algemeen in:
a. het doen van dag-en nacht-rondes zoo binnen den bebouwden kring der gemeenten, als inzonderheid ten platten lande, ter handhaving der openbare orde, ter beveiliging van personen en goederen en ter voorkoming van misdrijven; en voorts in het bijzonder in:
b. het waken tegen bedelarij en landlooperij;
c. het toezigt op vreemdelingen;
d. de bewaking van het jagtveld en de visscherij;
e. het in bewaring nemen van zwervende, beschonkene en verlaten personen;
f. het opsporen van misdadigers en het inwinnen van informatien nopens gepleegde misdrijven;
g. het dienstbaar zijn tot de handhaving der orde op de openbare teregtzittingen der onderscheidene regts-collegien;
h het overbrengen of transporteren van gevangenen;
i. de beteekening van dagvaardingen en andere geregtelijke stukken in strafzaken.[3]
- ▸ ⧖ Art. 3. De Rijks-veldwacht bestaat in het algemeen in:
- Rijks-veldwacht
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ .nl Weblink bron “07. De Rijksveldwacht” op politieacademie.nl
- ↑ Weblink bron Nederlanden in: Nederlandsche staatscourant (19 november 1856), Bureau der Nederlandsche Staats-courant, 's-Gravenhage, p. 1