Rigg

Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• enkelvoud: Rigg
• meervoud: Riggs

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	das Rigg	die Riggs
genitief	des Riggs	der Riggs
datief	dem Rigg	den Riggs
accusatief	das Rigg	die Riggs

Zelfstandig naamwoord

Rigg o

1. (scheepvaart) tuig, tuigage

   «Das Rigg eines Vollschiffes»

   De tuigage van een volschip

Synoniemen

• Takelage, Takelwerk