• Poscht
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Poscht die Poscht - - - - - -
datief re Poscht der Poscht - - - - - -
accusatief en Poscht die Poscht - - - - - -

Poscht, v, geen meervoud

  1. post
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Pennsylvanis-Duits)