Personenkraftwagen

Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Per·so·nen·kraft·wa·gen

Zelfstandig naamwoord

Personenkraftwagen m

1. (verkeer): personenwagen, personenauto, auto

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	der Personenkraftwagen	die Personenkraftwagen
genitief	des Personenkraftwagens	der Personenkraftwagen
datief	dem Personenkraftwagen	den Personenkraftwagen
accusatief	den Personenkraftwagen	die Personenkraftwagen

Synoniemen

• Auto, Personenauto

Afkorting

• Pkw

Verwante begrippen

• Lastauto, Lastkraftwagen