• Ori·ent
enkelvoud meervoud
naamwoord Oriënt -
verkleinwoord - -

Oriënt m / o

  1. landen in het Oosten (vanuit Europa gezien), Azië
     Maar er zijn ook momenten van verstilde, vanzelfsprekende kameraadschap en spiritualiteit gevoed door sacrale muziek uit de Oriënt en het Westen.[3]
  • oriënt (officiële spelling vanaf 1955 tot 2006)
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Oriënt op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Francine van der Wiel
    “‘In deze dans zit onze gezamenlijke geschiedenis’” (16 januari 2020) op nrc.nl