Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Oos·ter·schel·de
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Oosterschelde v/m[1]

  1. (toponiem: rivier) voormalige aftakking van de Schelde, tegenwoordig een afgedamde zeearm
    • Doordat de stormvloedkering meestal open staat, heeft de Oosterschelde haar getijden behouden. 
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. rivieren genus op VRT Taalnet