Noordzeestrand
- Geluid: Noordzeestrand (hulp, bestand)
- IPA: / nortˈsestrɑnt / (3 lettergrepen)
- Noord·zee·strand
- samenstelling van Noordzee en en strand zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Noordzeestrand | Noordzeestranden |
verkleinwoord | - | - |
het Noordzeestrand o
- (aardrijkskunde) strook met zand bedekt land langs de kust van het water tussen Groot-Brittannië, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland en België
- ▸ Terwijl Nederland maandenlang in korte broek, T-shirt of een luchtige zomerjurk ronddartelde, of zich in half ontblote toestand uitvouwde in het mulle zand van een Noordzeestrand, zaten zij binnen.[1]
- ▸ Het aantal aangespoelde bruinvissen langs de Noordzeestranden is de afgelopen drie decennia toegenomen.[2]
- Het woord Noordzeestrand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Rianne van Dijck“Ziek van licht” (28 augustus 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gemma Venhuizen“Langs de Noordzee spoelen steeds vaker bruinvissen aan” (20 augustus 2020) op nrc.nl