Noordzeeschip
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Noordzeeschip (hulp, bestand)
- IPA: / nortˈsesxɪp / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Noord·zee·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Noordzee en en schip zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Noordzeeschip | Noordzeeschepen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het Noordzeeschip o
- (scheepvaart) vaartuig dat gemaakt is om de zee tussen Groot-Brittannië, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland en België te bevaren
- ▸ (…) we mogen niet vergeten dat een botter, die eigenlijk zijn oorsprong op de Zuiderzee heeft, een niet bij uitstek geschikt Noordzeeschip is.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'Noordzeeschip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Urker Noordzeebedrijf : Snurrevaad in: Bredasche Courant , jrg. 149 nr. 176 (29 juli 1939), W. van Bergen, Breda, p. 12 kol. 3