Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Noord·zee·sche·pen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Noordzeeschepenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Noordzeeschip
     Deze haven kan in het bijzonder worden ingericht voor de grotere Noordzeeschepen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Gedeputeerde Staten van Overijssel
    “Gemeenschappelijke regeling havenbedrijf Urk” (9 maart 1970), Provincie Overijssel, Zwolle, agenda Provinciale Staten 1970:45, p. 2