Nabatees
- Na·ba·tees
- gevormd met het achtervoegsel -ees uit Latijn Nabataeus van Oudgrieks Ναβαταῖος (Nabataios), vergelijk Arabisch أَنْبَاط (ʾanbāṭ) en Akkadisch 𒈾𒁀𒌅 (Nabātu) [1] [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | Nabatees |
verbogen | Nabatese |
Nabatees
- (Jiddisch-Hebreeuws) van of betreffende de Nabateeën
- Het woord 'Nabatees' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.