• Ke·ni·aan·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Keniaanse Keniaansen
verkleinwoord

de Keniaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia

Keniaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Keniaans


enkelvoud meervoud
naamwoord Keniaanse Keniaanses
verkleinwoord

Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


enkelvoud meervoud
naamwoord Keniaanse Keniaanses
verkleinwoord

Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


enkelvoud meervoud
naamwoord Keniaanse Keniaanses
verkleinwoord

Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


enkelvoud meervoud
naamwoord Keniaanse Keniaanses
verkleinwoord

Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia


Keniaanse

  1. (demoniem) Keniaanse; een vrouwelijke inwoner van Kenia, of een vrouw afkomstig uit Kenia