Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Karl
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Oudhoogduitse naam karal (= echtgenoot, man)
  enkelvoud
nominatief   Karl  
genitief   Karls  
datief   Karl  
accusatief   Karl  

Eigennaam

Karl, m

  1. (mannelijke naam) een Duitse mannelijke voornaam; Nederlandse vorm: Karl
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • Karla (vrouwelijke voornaam)