Kamerfractie

Nederlands

1. De Kamerfractie van de VVD vergadert op 16 oktober 1981 in het gebouw van de Tweede Kamer over een regeringscrisis.

Uitspraak

• Geluid:  Kamerfractie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkamərˌfrɑksi / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• Ka·mer·frac·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kamer zn "afzonderlijk werkend onderdeel van een parlement"  en  fractie zn "politieke groepering in een volksvertegenwoordiging" , geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.N

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Kamerfractie	Kamerfracties
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de Kamerfractie v

1. (politiek) (Nederland) gezamenlijk optredende vertegenwoordigers van een politieke partij in de Eerste of Tweede Kamer het Nederlandse parlement

   ▸ Thieme wordt als fractievoorzitter opgevolgd door Esther Ouwehand. Ouwehand werd in 2010 nog zonder opgave van reden van de kandidatenlijst gehaald (waarom dat gebeurde, is nooit duidelijk geworden). Maar ze is naast Thieme ook de enige veteraan in de Kamerfractie en ze trad het afgelopen jaar al op als vervanger toen Thieme een aantal maanden afwezig was.

2. (politiek) (België) gezamenlijk optredende vertegenwoordigers van een politieke partij in de Kamer van volksvertegenwoordigers in het Belgische federale parlement

   ▸ Na het vertrek van Hendrik Vuye en Veerle Wouters sluit de Kamerfractie van N-VA de rangen.

Schrijfwijzen

• kamerfractie (officiële spelling tot 1996)
• kamerfraktie (toegelaten variant in officiële spelling tot 1996)

Hyperoniemen

• fractie

Hyponiemen

• [1] Eerste Kamerfractie
• [2] Tweede Kamerfractie

Gangbaarheid

• Het woord Kamerfractie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.