Joegoslavisch
- Joe·go·sla·visch
- afgeleid van Joegoslavië met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Joegoslavisch | Joegoslavischer | |
verbogen | Joegoslavische | Joegoslavischere | |
partitief | Joegoslavisch | Joegoslavischers | - |
Joegoslavisch
- (demoniem) op Joegoslavië betrekking hebbend
Demoniemen bij Joegoslavië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Joegoslaviër • inwoonster: Joegoslavische • bijvoeglijk: Joegoslavisch |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Joegoslavisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.