Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Je·zus·beeld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Jezusbeeld Jezusbeelden
verkleinwoord Jezusbeeldje Jezusbeeldjes

Zelfstandig naamwoord

het Jezusbeeldo

  1. van stevig materiaal gemaakte nabootsing van Jezus Christus als persoon
     Er zit ook een foto in van een totaal overbelicht, bijna verblindend wit Jezusbeeld, dat zijn armen omhoog strekt en op lijkt te rijzen uit de duisternis.[1]
     De Poolse schoothandel bloeit. Zelfs de Jezusbeeldjes op het kerkhof zijn voor dieven niet veilig.[2]
  2. (religie) voorstelling die men van Jezus Christus heeft
     Wat op het eerste gezicht een familiedrama in drie bedrijven lijkt, is in werkelijkheid een middeleeuwse joodse satire, beter bekend als de Toledot Yeshu (letterlijk: `Het leven van Jezus'). (…) De Toledot Yeshu domineerden tot ver in de negentiende eeuw het joodse Jezusbeeld.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rianne van Dijck
    “Bertien van Manen: ‘Mijn fotografie is intiem, dichtbij, maar nooit respectloos’” (19 februari 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Stéphane Alonso
    “Schroothandel hoort bij Poolse folklore” (19 januari 2007) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Danielle Pinedo
    “Een dief met bovennatuurlijke krachten” (31 augustus 2000) op nrc.nl