• Ja·pan·se
  • Afgeleid van Japan met het achtervoegsel -se
enkelvoud meervoud
naamwoord Japanse Japansen
verkleinwoord - -

de Japansev

  1. (demoniem) een vrouw afkomstig uit Japan
    • Er werkt een Japanse op onze afdeling. 
     Jaren later liep ik op mijn 42ste de 88 Tempels Trail, een pelgrimstocht van 1.300 kilometer door Japan. Daar ondervond ik voor het eerst hoe verslavend lopen kan zijn. De Japanse bergen, tempels en gastvrijheid waren indrukwekkend.[1]

Japanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Japans
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers