• Gol·jat

Goljat m

  1. Filistijnse reus in de Bijbel (6x: 1 Sam. 17:4 +, 2 Sam. 21:19, 1 Kron. 20:5); volgens de transcriptie van Sofeer
  • Goliath (officiële en traditionele spelling, gangbaar geworden door de Statenvertaling)
  • Goliat (in de schrijfwijze van de meeste Nederlandse Bijbelvertalingen sinds de tweede helft van de 20e eeuw)