• Fa·la·sja
enkelvoud meervoud
naamwoord Falasja Falasja's
verkleinwoord

de Falasjam

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) Ethiopische jood
  • Dit is geen naam die de Ethiopische joden voor zichzelf gebruiken, zij kan door hen als laatdunkend worden opgevat. Zij noemen zichzelf 'Beta Israel', "Huis van Israël; Joodse gemeenschap".