• Fah·ren·heit
  • eponiem, genoemd naar de 18e eeuwse Duitse natuurkundige D.G. Fahrenheit  , in de betekenis van ‘bepaalde thermometerschaal’ voor het eerst aangetroffen in 1736 [1]

Fahrenheit m

  1. (natuurkunde), (eenheid) naam van een temperatuurschaal
    • De temperatuur wordt in de Amerika vaak uitgedrukt in graden Fahrenheit (symbool: °F) 
    • Iedere 1,8 graad Fahrenheit is 1 graad Celsius. 0 Graden Celsius is 32 graden Fahrenheit. Water kookt bij 212 graden Fahrenheit.[2] 
  • Fahrenheit is op zichzelf geen "eenheid" maar een persoonsnaam die een schaal aangeeft, en wordt daarom gespeld met een hoofdletter.