Engelssprekend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- En·gels·spre·kend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Engels en sprekend
stellend | |
---|---|
onverbogen | Engelssprekend |
verbogen | Engelssprekende |
partitief | Engelssprekends |
Bijvoeglijk naamwoord
Engelssprekend
- het Engels als omgangstaal hebbend
Gangbaarheid
- Het woord Engelssprekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.