EU-voorzitterschap
- Geluid: EU-voorzitterschap (hulp, bestand)
- IPA: / eˈʔyvorzɪtərˌsxɑp / (6 lettergrepen), geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.H
- EU-·voor·zit·ter·schap
- samenstelling van EU en "Europese Unie" en voorzitterschap zn "leiding van vergaderingen (van de Raad van de Europese Unie)"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | EU-voorzitterschap | EU-voorzitterschappen |
verkleinwoord | - | - |
het EU-voorzitterschap o
- (regering) bij toerbeurt uitgevoerde rol van een lidstaat om gedurende een half jaar de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie voor te bereiden en te leiden
- ▸ De Roemeense minister voor Europese Zaken, Victor Negrescu, heeft ontslag genomen na een ruzie met zijn kabinetscollega's over de voorbereidingen van het EU-voorzitterschap van zijn land, dat op 1 januari begint.[1]
- Het woord EU-voorzitterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Roemeense minister van Europese zaken neemt ontslag” (10 november 2018) op nu.nl