Darjavesj
- IPA: / dɑrˈjavɛʃ / (3 lettergrepen)
- Dar·ja·vesj
- vernederlandst van Hebreeuws דָּרְיָוֶשׁ en (Darjavesj) uit de Bijbel [1]
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Darjavesj |
genitief | Darjavesj' |
Darjavesj m
- (religie) Darius, naam voor Perzische of Medische vorsten in de Bijbel, waarbij soms niet duidelijk is met welke historische vorsten zij geïdentificeerd kunnen worden
- Darius de Grote, geeft toestemming tot herbouw van de tempel (16x: Hag. 1:1 +, Zach. 1:1 +, Ezra 4:5 +);
- nazaat van Darius de Grote (Neh. 12:22);
- koning uit de Meden, werpt Daniël-2 in een leeuwenkuil (8x: Dan. 6:1 +)
- Het woord 'Darjavesj' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.