DNA-onderzoeker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- DNA-on·der·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van DNA zn en onderzoeker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | DNA-onderzoeker | DNA-onderzoekers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de DNA-onderzoeker m
- (beroep) persoon die onderzoek doet naar DNA; persoon die DNA gebruikt voor zijn of haar onderzoek
Gangbaarheid
- Het woord 'DNA-onderzoeker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.