Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ca·ri·bi·sche griel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Caribische griel Caribische grielen
verkleinwoord Caribisch grieltje Caribische grieltjes

Zelfstandig naamwoord

de Caribische grielv / m

  1. (steltloperachtigen) Burhinus bistriatus   een vogel uit de familie van grielen (Burhinidae). Deze soort komt voor van zuidelijk Mexico tot noordelijk Brazilië, maar ook op Hispaniola en telt vier ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie