Buttermoddel
Een botervorm
  • But·ter·mod·del
  • Samenstelling van de Pennsylvania-Duitse zelfstandige naamwoorden Butter en Moddel
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Buttermoddel der Buttermoddel
datief me Buttermoddel em Buttermoddel
accusatief en Buttermoddel der Buttermoddel

Buttermoddel, m

  1. (gereedschap), (historisch) botervorm