• Bron·ze·gra·pen
enkelvoud meervoud
nominatief der Bronzegrapen die Bronzegrapen
genitief des Bronzegrapens der Bronzegrapen
datief dem Bronzegrapen den Bronzegrapen
accusatief den Bronzegrapen die Bronzegrapen

Bronzegrapen' , o

  1. (historisch), (kookkunst) een uit brons gegoten driebenige kookpot (Duits: Grapen)
    «Bis in das Spätmittelalter hinein stellten Bronzegrapen ein wesentliches Merkmal einer gut ausgestatteten bürgerlichen und adeligen Küche dar.»
    Tot in de late middeleeuwen waren uit brons gegoten driebenige potten (Duits: Bronzegrapen) een essentieel kenmerk van een goed uitgeruste burgerlijke en aristocratische keuken.