Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Boe·da·pes·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Boedapester Boedapesters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Boedapesterm

  1. (demoniem) een inwoner van Boedapest, of iemand afkomstig uit Boedapest
Verwante begrippen
stellend
onverbogen Boedapester
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

Boedapester

  1. (demoniem) op Boedapest betrekking hebbend
Synoniemen

Gangbaarheid