• Bij·bel·ver·ta·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord Bijbelvertaling Bijbelvertalingen
verkleinwoord

de Bijbelvertalingv

  1. (religie) de tekst van de Bijbel in een andere taal dan die van de brontekst
     Vandaag heeft koning Willem-Alexander in Den Haag een unieke Bijbelvertaling in ontvangst genomen, de Bijbel in Gewone Taal.[2]
     "Er zijn natuurlijk heel veel Bijbelvertalingen, maar geen enkele bestaande vertaling in het Nederlands zet de begrijpelijkheid voorop", zegt vertaler Matthijs de Jong.[3]
     In 1618-1619 vond er de Synode van Dordrecht plaats, waar werd besloten om een officiële Nederlandse Bijbelvertaling te maken. Deze Statenvertaling heeft grote invloed gehad op de Nederlandse taal en wordt in ultra-orthodoxe kringen nog steeds gebruikt.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Koning ontvangt eerste Bijbel in Gewone Taal” (01-10-2014), NOS
  3.   Weblink bron “Bijbel zonder kribbe en ark” (01-10-2014), NOS
  4.   Weblink bron “Dordrecht steekt 16 mln in cultuur” (27-03-2012), NOS