Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ber·lijns
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Berlijn met het achtervoegsel -s
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Berlijns Berlijnser Berlijnst
verbogen Berlijnse Berlijnsere Berlijnste
partitief Berlijns Berlijnsers -

Bijvoeglijk naamwoord

Berlijns

  1. (demoniem) op Berlijn betrekking hebbend
    • Met Trump is de heerschappij van de financiële markten omgekeerd juist voorbij. Wall Street zette afgelopen week zijn geld op Clinton. Nu trekken dezelfde financiële markten hun geld terug. Het post-Koude-Oorlogstijdperk wordt een kwart eeuw na de val van de Berlijnse Muur zo afgesloten.[1] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Hubert Smeets 9 november 2016 NRC