• Acht
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Acht die Acht - -
datief re Acht der Acht - -
accusatief en Acht die Acht - -

Acht, v

  1. aandacht
    «Sell iss en Broblem as viel Acht griege muss.»
    Dit is een probleem dat veel aandacht moet krijgen.
  • Acht gewwe (achtgewwe)
  • in Acht nemme
(iets) voorzichtig en zorgvuldig behandelen
  • keen Acht uff ebbes hawwe
niet oppassen op iets (letterlijk: geen aandacht op iets hebben)