93-jarig
- 93-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 93-jarig |
verbogen | 93-jarige |
partitief | 93-jarigs |
93-jarig
- 93 jaren durend
- Gedurende dit 93-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 93 jaar
- Bij de brand viel helaas een 93-jarig slachtoffer.
- Het woord 93-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.