20 eurobiljet
- 20 eu·ro·bil·jet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 20 eurobiljet | 20 eurobiljetten |
verkleinwoord | 20 eurobiljetje | 20 eurobiljetjes |
het 20 eurobiljet o
- (numismatiek) een bankbiljet ter waarde van 20 euro
- Hij vond een 20 eurobiljet op de grond.
- Het woord 20 eurobiljet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.