Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 20 eu·ro·bil·jet·ten, (indien uitgesproken) twin·tig eu·ro·bil·jet·ten

Zelfstandig naamwoord

de 20 eurobiljettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord 20 eurobiljet
Schrijfwijzen