163-jarig
- 163-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 163-jarig |
verbogen | 163-jarige |
partitief | 163-jarigs |
163-jarig
- 163 jaren durend
- Gedurende dit 163-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 163 jaar
- Het 163-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '163-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.