152-jarig
- 152-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 152-jarig |
verbogen | 152-jarige |
partitief | 152-jarigs |
152-jarig
- 152 jaren durend
- Gedurende dit 152-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 152 jaar
- Het 152-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '152-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.