151-jarig
- 151-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 151-jarig |
verbogen | 151-jarige |
partitief | 151-jarigs |
151-jarig
- 151 jaren durend
- Gedurende dit 151-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 151 jaar
- Het 151-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '151-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.