• 151-·ja·ri·ge

151-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 151-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 151-jarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord 151-jarige 151-jarigen
verkleinwoord

de 151-jarigev / m

  1. levend wezen dat 151 jaar oud is of iets dat 151 jaar bestaat
    • De 151-jarige is voor een schildpad nog heel actief.