150-jarig
- 150-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 150-jarig |
verbogen | 150-jarige |
partitief | 150-jarigs |
150-jarig
- 150 jaren durend
- Gedurende dit 150-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 150 jaar
- Het 150-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord 150-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.